Hoe hou je vol als alles in jezelf roept: ‘Geef het op!’?
Waarom wilde ik dit? Waarom doe ik dit mezelf dit aan? Ik weet dat ik door moet zetten, maar mijn lijf wil niet meer. Het ene stemmetje in mijn hoofd zegt: ‘Stop, geef de strijd op, hou op met vechten.’ Het andere brult: ‘Doorgaan, opgeven is geen optie!’ Maar het wordt zwaarder en ik kan niet meer. De roep om op te geven wordt steeds harder. Opeens is er een opening.
Innerlijke strijd is van alle tijden
Ik ben al meer dan 30 jaar van mijn eetbuien en boulimia af, maar ook ik heb nog steeds interne strijdprocessen. Van die dagen dat er van alles mislukt, ik domme keuzes maak, niets vanzelf lijkt te gaan of dat ik weer eens tegen mijn eigen killing deadlines aanloop. Dan kan ik zeer ontevreden zijn over mezelf en wil ik het liefst het bijltje erbij neergooien. Gewoon onder mijn dekbed kruipen. Om er pas weer onder vandaan te komen als alles opgelost is.
Ik hoef dan wel geen strijd meer te voeren met dreigende eetbuien, schaamte of eindeloos piekeren over wel of niet gezond eten. Maar neem van mij aan: strijd zal er altijd ergens zijn. Hoe hou je vol op die momenten?
Zo ook die ene zomer
M’n lief en ik hadden als daad van pure romantiek bedacht dat we naar Avignon zouden fietsen. De stad waar we elkaar 7 jaar daarvoor hadden ontmoet. Op de fiets.
Ach, en het is wel 1.450 km en we hadden niet getraind, maar we houden wel van een uitdaging. Zo gaan we met onze fietsen met nieuwe anti-lek-bandjes en volle kampeeruitrusting op pad.
Wat een strijd
Het was een prachtige, geweldige vakantie en ik zou het zo weer doen. Maar ook: wat een strijd!
- Het was heet, het was zwaar, het was steil, het was lang, het was afzien!
- Tot dag 13 kon ik soms wel janken van de zadelpijn.
- Mijn arme lijf had het flink te verduren. Want 19 dagen lang 5,5 uur intensief sporten per dag, vergt veel spierkracht en energie.
- Door een fout in onze berekening, bleken we 200 km meer te moeten fietsen dan we hadden voorzien. Geen rustdagen dus. Wel buffelen.
.
Dag 16 is het toppunt. Ik zit stuk
We komen al moe onze tent uit. Vandaag fietsen we van Noirétable naar La Chaise Dieu (in de Auvergne). Onze overtrainde spieren schieten steeds sneller in de kramp. De reserves in ons lijf zijn ook steeds meer op, er valt niet tegenaan te eten. Maar we moeten door. Er is geen alternatief en over een paar dagen willen we in Avignon zijn. Vandaag staat er 93,4 km op de planning met meer dan pittige klimmen en steile afdalingen waar je je kop bij moet houden om niet de berg af te vliegen.
Na 82 km, 6 Kilometer voor het plaatsje Bonneval, kom ik mezelf tegen. Het is inmiddels een uur of vier en we zijn al vanaf 9 uur onderweg. Ik weet dat de komende 12,5 kilometer alleen maar stijgen is. En behoorlijk pittig. Mijn benen willen niet meer. Ik kom nauwelijks vooruit. Alles in mij roept: stop. Maar ik weet ook dat het geen zin heeft om te stoppen want er is in geen velden of wegen een overnachtingsplek te vinden. Maar ik kan echt niet meer. Zal ik afstappen?
Opeens bliept er een gedachte in mijn hoofd. Ik zeg tegen mezelf: ‘Weet je wat, als je voorbij die paal bent, dan ben je een hele pief en dan mag je afstappen’. Die paal staat 20 meter verderop. Dat lijkt me te doen. Dus ik trap door. Vlak voor de paal komt de volgende gedachte: ‘Als ik dat bosje (20 meter verderop) haal, dan ben ik een hele pief’. En daarna: ‘Als ik die hooibaal haal, dan ben ik een hele pief’. Ik was inmiddels al drie maal een hele pief. En zo begon ik me ook al te voelen.
Zo trap ik een paar kilometer lang van meetpunt tot meetpunt. Steeds kleine stapjes en steeds met de voldoening dat het haalbaar is wat ik mezelf vraag. En met de belofte dat ik bij iedere volgende mijlpaal mag stoppen. Als ik dat wil. Iedere mijlpaal is er één. Én een beloning. Zo haal ik Bonneval, waar we op een rustiek bankje onze laatste mueslireep naar binnen werken en een kaarsje opstaken in een schattig kerkje.
Ik ben een hele pief
Daarna moeten we nog 6 kilometer stevig klimmen naar la Chaise Dieu, maar ik weet nu dat ik dat kan. Zonder te hoeven stoppen. Stap-voor-stap. Van mijlpaal naar mijlpaal. We rijden pas om 19.15 de camping op, zijn doodmoe, maar ik voel me een hele pief.
Jij bent ook een hele pief, want jij kunt dit ook.
Hoe je dat doet? Deze stappen helpen je erbij.
1. Luister naar je stemmen maar bepaal zelf
Natuurlijk luisterde ik naar die stemmetjes in mijn hoofd over wel of niet afstappen. Beide opties vond ik echter niet aanlokkelijk. Want afstappen klinkt wel leuk, maar wat dan? Er komt echt niemand mij ophalen in ’the middle of nowhere’. Ik zou me niet trots voelen. En ik zal toch ergens weer verder moeten wil ik het eindpunt van die dag halen. Maar op dezelfde manier blijven doorfietsen, dat vond ik ook niet motiverend. Daar werd het alleen maar zwaarder van. Ik wilde dus een andere oplossing. Eentje die ik tot nu toe nog niet bedacht had.
2. Maak je doel klein en behapbaar: breek het op in stukjes
Mijn oplossing was niet bezig zijn met mijn doel over 12 kilometer. Nee, ik maakte mijn doel haalbaar klein, in stappen van 20 tot 100 meter. Als je je doelen kleiner maakt, dan zijn ze gemakkelijker te realiseren en heb je eerder een succeservaring. Dat is goed voor je zelfvertrouwen en motiveert ook je volgende kleine doel te halen.
Bijvoorbeeld:
- Ga van een weekdoel naar een momentdoel. Dus in plaats van de hele week verantwoord moeten eten, bekijk je het per maaltijd. Iedere volwaardige maaltijd is er immers één. Die heb je dan al in de pocket. Op naar de volgende volwaardige maaltijd.
- Beperk de tijd. Dus zeg als je bijvoorbeeld last hebt van eetbuien niet: “Ik ben pas goed als ik nooit meer een eetbui heb”, maar: “Ik ben een hele pief als ik het komende kwartier (uur of dagdeel) geen eetbui heb.” En na dat kwartier kun je dat weer een kwartier doen, en nog een kwartier, etc. Als je dan in die kwartiertjes ook nog iets constructiefs doet (bijvoorbeeld de wandelmeditatie bij mijn e-boek Eerste Hulp Set bij Eetbuien – of – iets opruimen – of muziek luisteren), dan heb je waarschijnlijk nog een beter gevoel over jezelf.
- Bepaal tussenstappen. Wil je bijvoorbeeld gezond leren eten. Richt je dan niet gelijk op alle maaltijden, maar pak eerst eens je ontbijtgewoontes aan. Heb je dat eenmaal onder de knie, vier dan je succes en richt je op een volgende maaltijd.
- Je doel in kleine mootjes hakken, werkt ook bij andere dingen: werk dat af moet, stoppen met roken, hardloopdoelen die je wilt bereiken, etc.
3. Beloon jezelf
Geef jezelf een compliment als het gelukt is. Yes het is gelukt. Ik ben een kanjer of zoals ik tegen mezelf zei: ‘Ik ben een hele pief’. Vraag me trouwens niet hoe ik op die ‘hele pief’ gedachte kwam. Ik vond het zelf ook een beetje gek, maar die gedachte was er opeens.
Waar wil jij je een hele pief over voelen?
Pak een doel wat je toe nu toe keer op keer niet haalde en waar je je gefrustreerd over voelt. Hoe kun jij dit omzetten naar kleine, haalbare stappen? En hoe ga jij jezelf belonen? Leuk als je jouw ervaring deelt.
Dit blog schreef ik in 2016. In het kader van 10 jaar Vrij van Eetstoornis (2024) duik ik in ‘memory lane’ en deel nog een keer m’n dierbaarste blogs.
15 thoughts on “Hoe hou je vol als alles in jezelf roept: ‘Geef het op!’?”