Over gaaphonger, eetbuien en snaaimomenten. Bloedsuikerspiegel deel 1.
Net ontbeten en alweer honger. Gaaphonger. Snaaimomenten. Lekkere trek of een dip? En dan neem je een boterham of een tussendoortje en dan is het weer opgelost. Toch? Maar hoe komt het dan dat je na een uur alweer in zo’n dip zit? En waar komen die eetbuien dan opeens vandaan? De kern zit in de hoeveelheid suiker in je bloed, oftewel je bloedsuikerspiegel.
Wat is je bloedsuikerspiegel?
Eigenlijk is het heel simpel. In je bloed zit suiker (glucose) dat als brandstof dient voor al je lichaamscellen. Zonder suiker in je bloed kun je niet functioneren en vooral je hersenen zijn grootverbruiker hiervan. Om alle cellen goed te kunnen voorzien van brandstof is het nodig dat in je bloed voldoende glucose aanwezig is.
Je lichaam zet voeding om in suikers. Deze komen in je bloed en daarmee kunnen ze naar alle delen van je lichaam getransporteerd worden die dat nodig hebben. Belangrijk is dat je niet te veel suiker in je bloed krijgt want dan wordt je bloed letterlijk te stroperig wat sterk belastend is voor o.a. je hart en bloedvaten. Bovendien voel je je dan vaak zo opgefokt en hyper als een stuiterkonijn. Te weinig suiker in je bloed is ook niet goed. Je hebt dan letterlijk geen energie meer (als een auto zonder benzine). Je merkt dat je moe wordt, duizelig of zweterig bent of dat je minder helder kunt nadenken en sneller geïrriteerd raakt.
Normaal zorgt je lichaam er zelf gelukkig voor dat je bloedsuikerspiegel tussen de ideale waarden van 4,5 en 8 (mmol/l) blijft. Worden je suikerwaardes te laag, dan roept je lichaam “honger” zodat je gaat eten en zorgt het in noodgevallen dat het suikers uit reservevoorraden uit je lichaam haalt (spieren, lever, vet). Bij te hoge waardes, maakt je lichaam het hormoon insuline aan dat ervoor zorgt dat de suikers uit je bloed worden gehaald.
Klinkt allemaal heel logisch en alsof het volautomatisch allemaal goed werkt. Toch is dat niet helemaal zo.
Bloedsuikerspiegel heeft het behoorlijk te verduren
Doordat ons voedingspatroon de afgelopen 100 jaar drastisch is veranderd heeft je lichaam en vooral je bloedsuikerspiegel het behoorlijk te verduren.
- Voedingsmiddelen zijn steeds meer bewerkt waardoor ze veel gemakkelijker direct omgezet kunnen worden in suikers. Bijvoorbeeld: wit/bruin brood, pasta, witte rijst.
- Er wordt inmiddels meer dan 100 liter frisdrank/zuiveldrank/vruchtensap per persoon per jaar gedronken (in 1965 was dat nog 13 liter per persoon). En deze dranken zitten bomvol direct opneembare suikers.
- Met de toename van gemakkelijk verkrijgbare tussendoortjes en snacks (waar veel suikers en andere snel opneembare koolhydraten in zitten) is het aantal eetmomenten per dag enorm toegenomen.
- Aan veel voedingsmiddelen (zelfs waar je het niet verwacht) wordt pure suiker toegevoegd (bijvoorbeeld pindakaas, soep, pakjes en kant-en-klaar sauzen, ontbijtgranen, etc.).
Door de grote hoeveelheid koolhydraten en suikers die we tegenwoordig binnen krijgen, kan je lichaam behoorlijk in de war raken. Je bloedsuikerspiegel gaat hierdoor namelijk schommelen. Als de suikerwaardes te snel stijgen, maakt je lichaam grotere hoeveelheden insuline aan. Vervolgens daalt je bloedsuikerspiegel zo snel dat de waardes weer te laag worden. Dat is het moment dat je je moe en slap gaat voelen en dan maar weer grijpt naar bijvoorbeeld een “Snelle Jelle” en vervolgens begint het hele circus opnieuw: je bloedsuikerspiegel stijgt te snel, insuline zorgt voor een snelle daling, vervolgens zit je weer te laag en krijg je weer de gaaphonger.
Schommelt je bloedsuikerspiegel de hele dag door, dan raakt je verzadigingsgevoel in de war. Met als gevolg dat je wel de hele dag door kunt eten en een onstilbare honger ervaart. Ook kunnen je cellen ongevoelig worden voor de werking van insuline. De suikers kunnen dan niet goed gebruikt worden door de cellen, je slaat suikers op in vetten en de kans op diabetes neemt toe.
Als je een redelijk normaal eetpatroon hebt, maar niet de juiste dingen eet, kun je al behoorlijk last van zo’n schommelende bloedsuikerspiegel hebben. Kun je nagaan als je vaak eetbuien hebt. Of juist ontbijt en maaltijden overslaat of heel weinig eet. Pas toen ik dat door had, snapte ik wat er gebeurde in de tijd dat ik dagelijks eetbuien had. Hoe ik heen en weer gesleurd werd tussen hyperdruk en uitgeput. Allemaal heel logisch als ik me realiseer hoe ik m’n eigen lijf en bloedsuikerspiegel mishandelde in die tijd.
Voordelen stabiele bloedsuikerspiegel
Kortom, een schommelende bloedsuikerspiegel is verre van prettig en gezond terwijl een stabiele bloedsuikerspiegel veel meer voordelen heeft:
- Je voelt je helder en energiek.
- Je hebt minder behoefte aan snoep en tussendoortjes.
- Je behoefte aan eetbuien neemt af.
In het volgende blog vind je alle tips en tricks voor een stabiele bloedsuikerspiegel.
.
Hoe zit het met jouw bloedsuikerspiegel?
Heb jij gaaphonger, snaaimomenten of de hele dag door behoefte aan eten? Deel je ervaring in het reactieveld hieronder.
.
4 thoughts on “Over gaaphonger, eetbuien en snaaimomenten. Bloedsuikerspiegel deel 1.”